Wil je het boek bestellen?
Foto Vélo verschijnt in februari 2011, maar reserveer nu al je exemplaar. Ga naar de bestel-pagina. Klik hier |
FietspechEen jaar fietsen zonder pech is een utopie. Een overzicht van onze belangrijkste mankementen
MateriaallijstReservemateriaalDuur versus goedkoop
Een jaar gaan fietsen kost geld. Gedurende de reis zelf kan je de kosten beperken door te kamperen en zelf te koken. Maar je moet wel over (goed) materiaal beschikken om te vertrekken. En met wat vertrek je? Onze regel (met veel uitzonderingen) is: ga voor goed (duur) materiaal dat je in het buitenland moeilijk kan vinden. De rest kan met goedkoper materiaal.
Voor de fiets zou ik niet op kosten besparen. Een goed frame, goede versnellingen en onderdelen kosten geld maar je bespaart je een hoop miserie doordat je minder kans hebt op breuk of slijtage. Alhoewel, we hebben andere koppels ontmoet die met een heel gewone mountainbike en goedkope onderdelen ook naar Azie reden (respect to Urdin, Izarro, Romain en Nicholas). De vraag is: hoeveel geld heb je over voor meer zekerheid. Anderzijds zijn we ook anderen tegen gekomen die zo met hun fietsen aan het prutsen waren dat we blij waren met onze duurdere fiets. Ga ook voor de tent voor een goed en duurder model. Het wordt je huis voor een hele tijd. Let goed op de ritsen. Neem een model met robustere ritsen want de ritsen van onze (dure) tent hebben het na zes maanden begeven. Ook voor onderdelen als kookvuurtje, fietstassen, verlichting, slaapmatje en dergelijke zou ik gaan voor kwaliteit Wat kan dan goedkoop? Ten eerste kleren. De kans dat je kleren de reis doorstaan is klein. Dus hoe duur je kleren ook zijn, ze zullen ofwel kapot, verloren of gestolen zijn. Bovendien kan je in elk land kleren kopen. Vergeet dus die allerduurste fleece jas of de speciale trekkersbroek. Een gewone trui en een trainingsbroek doen het ook. Kapot? Koop dan een nieuwe. Een uitzondering hierop zijn fietsbroek en misschien regenjas. Alhoewel, regenjas... Heidi’s regenjas kost 200 euro en lekt al na een half uurtje. Dus misschien waren we beter en zeker goedkoper af met een gewoon plastick jasje. Ook aan een slaapzak zou ik nooit meer zoveel geld geven. Neem een goed en licht basismodel maar ga niet extreem. Wordt het koud koop je dan een dekentje dat je achteraf weer ergens achter laat. Wil je toch goed materiaal maar wil je goedkoop shoppen en ga je van Europa naar Azie, overweeg dan je trip om te gooien en start bvb in Kathmandu. Je kan al je materiaal daar kopen voor een derde van de prijs... Licht versus zwaar
Twee feiten: licht gepakt fietst makkelijker en veel materiaal is soms handig. Het is moeilijk om te adviseren wat je wel en niet moet meenemen, maar weet dat je op het einde van de reis (buiten souvenirs) wel altijd met veel minder materiaal thuis komt. Je komt thuis met een fractie van de kleren waar je mee vertrokken bent. Dus laat thuis al die overbodige kleren. Denk ook na wat je echt gaat gebruiken. Als je iets eenmaal per maand (verrekijker, statief voor camera, ...) gebruikt, laat je het beter thuis. Op reservemateriaal voor de fiets bespaar je beter niet maar bekijk wel goed waar je je evt opnieuw kunt bevoorraden. Twaalf binnenbanden meesleuren heeft dus geen zin als je om de drie duizend kilometer een goede fietsenmaker tegenkomt.
Buitenlandse fietsenmakers
Hoe goed de fietsen, de voorbereiding en je beide rechterhanden, er zal altijd wel eens iets aan je fiets mankeren dat je zelf niet kan oplossen. Ga voor simpele breuk naar de lokale automechanicien. Voor moeilijkere problemen of onderdelen kan je volgende adressen proberen
· Sibiu en Brasov (Roemenie) – beide steden hebben een aantal fietsenmakers. De fietsenmakers in Brasov zijn heel ‘basic’. Je kan er tenminste terecht voor een ketting. De fietsenmakers in Sibiu zijn beter uitgerust, Ze zijn gespecialiseerd in mountainbikes. · Ruse (Bulgarije) – De fietsenmaker in Ruse heeft me kunnen helpen met een gebroken stuur. De mechanieker wist van wanten en je kan er ook Shimano LX onderdelen krijgen. · Istanbul (Turkije) – Istanbul is de plaats voor onderelen en onderhoud. Verder in Turkije hebben we geen enkele winkel gezien waar we onderdelen zouden willen kopen of geen mechanieker tegen het lijf die al versnellingen had gezien (we zijn niet in Ankara geweest). Dicht bij Sikerci treinstation vind je de meeste fietsenwinkels. · Tabriz (Iran) – Tabriz is de plaats voor onderdelen en onderhoud (we zijn niet in Teheran geweest). Mohammed Saeeds bikeshop heeft LX onderdelen en geeft alle fietsreizigers een gratis onderhoud. · Delhi (India) – India is een fietsland, maar met de Indiase fietsen wil je niet op reis. Enkel in Delhi hebben we een heel beperkt aantal fietsenwinkels gevonden die meer verkopen dan Chinese brolfietsen. ‘Cycle market’ is de beste plaats om je kans te wagen. Je vindt er nieuwe Giant fietsen en LX onderdelen op 1 mountainbike. Je kan er ook fietsen kopen, enkele weken gebruiken en tegen 60 procent van de prijs weer aan de winkel terug verkopen. · Kathmandu (Nepal) – Nepal is voorzien op de toerist en ook op de fietstoerist. Er zijn een heel aantal fietsenmakers. From Dawn till dusk is de beste keuze met heel veel onderdelen en een goede mechanieker. Let wel: er zijn twee winkels van Dawn till dusk. Ga niet naar die naast Kathmandu Guesthouse. Ga bij Sinaul. Sinauls service is veel beter en hij kent veel meer van fietsen dan het personeel in het andere filiaal. Een volledige onderhoudsbeurt (je hele fiets wordt uit elkaar gehaald en gesmeerd) kostte 7 euro. Doen. · In China is in elke redelijke stad een Giant winkel met goede onderdelen. Ik weet wel niet of ze 28 inch banden en wielen hebben. Dus in China hoef je je met de mountainbike niet te veel zorgen maken. Let wel: in oost-China liggen de steden gigantisch ver uit elkaar. Dus een fietsprobleem midden in de woestijn zou wel een probleem kunnen zijn. Materiaal- en fietstips
Fietsen betekent slijtage. Je cassette (achterste tandwielen) en je ketting zijn (naast je banden) de eerste onderdelen die het zullen begeven. Om je cassette te sparen wisselen we om de 2000 km van ketting. We dragen dus twee kettingen mee die we om beurt opleggen. Om het wisselen van kettingen makkelijk te maken gebruiken we quick-links. Met deze schakels kan je je ketting gewoon met de hand openen
§ Natte doekjes, je weet wel voor baby-billetjes of voor de oppervlakkige was, zijn heel handig als je aan je fiets hebt gewerkt. Ze bevatten alcohol en je kan er makkelijke je handen mee vetvrij maken. Ook de petroleum van je vuurtje kan je gebruiken om het ergste vet van je handen te verwijderen. § Velen vertrekken met een zonnepaneeltje om batterijen, gsm of mp3 player mee op te laden. Hoe tof het ook is om ‘independent’ te zijn, ik ken er weinigen die dit vaak hebben gebruikt. Wij hadden geen zonnepanneel mee en hebben dat nooit gemist. Overal (restaurantje, tankstation, gastheer, hotel,...) vind je een stopcontact waar je elekctriciteit mag tanken. De nieuwe generatie batterijen gaan trouwens heel lang mee. § We dragen altijd een aantal reserve binnenbanden mee. We rijden met 26 inch en 28 inch banden. 26 inch banden (zowel binnen als buitenbanden) zijn overal in Azie te verkrijgen. De kwaliteit is wel ondermaats, maar je kan je altijd behelpen. Het is een mythe dat 28 inch banden in Azie nergens te verkrijgen zijn. In Pakistan en India rijden alle fietsen met 28 inch banden. Hun velg ziet er wel anders uit. We hebben het niet getest of buiten of binnenbanden op onze Europese velg past. Voor de 28 inch band dragen we wel altijd een reserve opplooibare buitenband mee. Maar als je een nieuwe trekkersfiets koopt, kies dan voor het gemak voor 26 inch banden. § Petroleum of diesel, die je gebruikt om te koken, is ideaal om je ketting mee te kuisen. Een doekje in de olie doppen en wrijven. § Ik had voor de reis gekozen voor klikpedalen met bijhorende shimano schoenen. Ik heb de klikpedalen nauwelijks gebruikt. Bovendien heeft het ‘klik-systeem’ wat nadelen: het is zwaarder, gevaarlijker voor en bij valpartijen, de schoenen lopen onhandig en zijn koud. Bovendien werden mijn schoenen halverwege de reis gestolen. Ik heb dus weinig geniet gehad van mijn investering. § De ontelbare fantastische mensen die we ontmoet hebben is wellicht de beste herinnering aan de reis. En sommigen hun gastvrijheid kende geen grenzen. Omdat het moeilijk is om iets terug te doen voor deze mensen op het moment zelf (velen aanvaarden zelf geen koekje als bedank), nemen we onszelf voor om fietsreizigers altijd een maaltijd of slaapplek aan te bieden. Wat je voor je gastheer of -vrouw wel kan doen is achteraf foto’s opsturen. § Onze fietsen hadden standaard verlichting (een met dynamo en een met naafdynamo). Fietsen in de donker in Azie is echter volledig af te raden. Dus gooi weg die dynamos en voorlichten. Installeer achteraan een vaste verlichting op led lampjes. Gebruik vooraan je hoofdlampje. Zo bespaar je op gewicht en het hoofdlampje is veiliger: je kan richting het aankomende verkeer schijnen. § We hebben gekozen voor een ultralichte tent, Terra Nova, solar superlite 2.2. Met zijn twee kilo een van de lichtste uit het assortiment. Natuurlijk moeten we inboeten aan plaats en hoogte, maar dat weegt niet op tegen de extra kilos die je bergop anders moet meeslepen. We zijn heel tevreden over de tent. Behalve de ritsen. Alle ritsen hebben het na 6 maanden begeven. Om gewicht te besparen hebben ze ook hele lichte ritsen aangebracht. Ritsen die geen langdurig gebruik aankunnen. Kies dus bij de aankoop, een tent met niet al te lichte ritsen § Kies voor een fototoestel met lithiumbatterij. AA batterijen verliezen veel te snel energie. Opladen kan overal. Ga je ergens iets eten, vraag dan gewoon of je je batterij mag inpluggen. Dat is nergens een probleem. § De nieuwste generatie fietsen zijn qua trapas uitgerust met hollowtech II, een heel goede trapas die meer stevigheid geeft dan de voorloper hollowtech I. Op voorhand was ons wel gewaarschuwd dat die qua levensduur minder lang zou meegaan. Daarom hadden we in de Hollowtech II keramische lagers (100 euro) laten aanbrengen. Na zes maanden heeft de hollowtech II het toch begeven en stonden we daar midden in de jungle van India. Via DHL hebben we een nieuwe trapas moeten bestellen. Rijd je met een hollowtech II neem dan een extra set lagers van hollowtech II mee. § 28 inch banden zijn meestal uitgerust met ‘Franse’ (smalle) ventielen. De dikkere autoband ventielen zijn echter heel wat makkelijker. Rijd je met 28 inch banden laat je fietsenmaker dan gaten in je velgen boren voor dikkere ventielen. Met deze ventielen kun je in elk tankstation of elke autowerkplaats zonder moeite de nodige bars op je banden laten zetten. § We hebben op onze sturen een spiegeltje geinstalleerd en dat is wellicht het meest praktische accesoire van onze fiets. Zeker op een drukke weg. Je ziet de aanstormende wagens beter aankomen en je kan elkaar in de gaten houden. De beste spiegeltjes zijn de Zefal met kort steeltje. § Om onze bagage te dragen hebben we Ortliebtassen. We kennen de andere merken enkel qua naam maar zijn uiterst tevreden over de tassen. De schouderriempjes van de tassen zijn trouwens heel handig als je de fiets bvb bovenop de bus wilt vastmaken. Je kan ze heel makkelijk aantrekken. Maak dat je wel reserve-ortlieb plastic meehebt om eventuele gaatjes in je tas te dichten. § Duct tape is handig: om je tent te plakken, iets te bevestigen of het uiteinde van je veters samen te houden. Idem met zip-ties. § We dragen geen waterzuiverings-toestelletje mee. Tot en met Iran hebben we altijd kraantjeswater gedronken. In Pakistan, India en Nepal hebben we flessenwater gedronken of water gezuiverd met micropur-pilletjes of ontsmettingsmiddel. Hoewel een waterzuiverings-toestel handig kan zijn, denk ik dat we het relatief weinig zouden gebruiken om de kost en het gewicht te rechtvaardigen. In China kan je overal gekookt water krijgen. § Wij hebben ze nooit nodig gehad, maar neem ze wel mee: reserve spaken. Je kan ze met zip-ties en tape aan je kader bevestigen. § Kinderen, overal ter wereld vinden versnellingen fascinerend. Als we stoppen in een dorp draperen we een trui over ons stuur. Zo zijn versnellingen en kilometerteller buiten bereik. § Om te koken gebruiken we een allesbrander van MSR. Wij hebben de dragonfly. We zijn er tevreden van en het is een jaar intensief gebruikt. Een onderdeeltje heeft het eens begeven, maar dat vind je in de (veel te dure) reservekit. Een nadeel van het vuurtje is wel: het maakt veel lawaai. Collega fietsers hadden de wisperlight van MSR. Dit vuurtje is stabieler, maakt veel minder lawaai, heeft een groter vermogen (en verbruikt dus ook meer) maar is ook wel duurder. Andere collegas hadden ook een primus-vuurtje. We ontmoetten zowel voor- als tegenstanders van het primus-vuur. § Een absolute luxe en niet echt nodig maar wel heel tof : de kilometerteller hoogtemeter. Ikzelf heb de SCIO 3.5 en ben er heel tevreden van. De hoogtemeting gebeurt op basis van luchtdruk en het kan dus gebeuren dat je gaat slapen op 2500 meter en opstaat op 2400 meter, maar voor de rest geen klachten. § Slapen is belangrijk, dus een hoofdkussen ook. Ik heb al alles geprobeerd, maar het hoofdkussentje van Mammut is tot nu toe het beste wat ik gevonden heb. Een oplaasbaar kussen overtrokken met fleece. Licht, compact, maar het maakt een beetje lawaai als je beweegt. § Synthetische kledij is licht, droogt snel en kan warm zijn. Het nadeel is wel dat het heel snel stinkt, zeker als je van het zweterige type bent. Wassen op reis is niet altijd makkelijk dus wij kiezen niet synthetische kledij. § Een fietsstaander is heel handig. Zorg ervoor dat je fietsstaander ter hoogte van de as van je achterwiel en niet ter hoogte van je trapas anders is je fiets – met bagage – niet stabiel. § Een tent is duur en het onderdeel dat meest onderhevig is aan slijtage is het grondoppervlak. Wij hadden een extra grondzeil mee om onder de tent te leggen. Het was van hetzelfde merk van onze tent, maar dat was niet nodig. Het grondzeil was veel te duur voor een stuk plastic. Je kan beter een gewoon stuk stevig plastic meebrengen. Is het stuk? Overal ter wereld kan je plastic kopen. § Gebreide sokken zijn de remedie tegen koude tenen. Vergeet dikke kousen, en laat je moeder maar breien. § Als we in de tent slapen ligt aan het hoofd altijd een pepperspray. Verboden in Belgie maar wel te krijgen in Duitsland. We heben het gelukkig niet hoeven te gebruiken, maar Baskische fietsvrienden die aangevallen zijn in India hebben er wel aanvallers mee afgehouden. § In streken waar het heet is, verkoopt men dikwijls bevroren flessen water. Je kan het ijs heel goed bewaren door de fles diep in je slaapzak te steken. Telkens als je drinkt kan je dan een beetje niet gekoeld water toevoegen. Met een literfles ijs doe je gerust een hele dag. § Op mijn Koga Myata fiets waren aluminium rekken gemonteerd. Tot drie keer toe zijn deze dragers gebroken. Met vijsjes en plaatjes heb ik de boel weer aaneen kunnen knutselen, maar dat was niet ideaal. Je bent beter af met Tubus dragers. Deze zijn bij Heidi niet gebroken en bovendien zijn ze van staallegering en dus te lassen. Als vegetariër door Azië
Heidi is vegetarier. Ze eet vlees noch vis maar wel dierlijke producten waarvoor men het dier niet hoeft te doden zoals melk, ei, honing,... Lekker vegetarisch eten in het buitenland is niet altijd makkelijk. Per land een overzicht van onze veggie-vondsten.
o Roemenië en Bulgarije: Je bent dus aangewezen op zelf koken omdat er nauwelijks eten op straat wordt verkocht. Het probleem is (ook voor niet vegetariërs) dat er nauwelijks iets in de dorpswinkels ligt. Het groentenaanbod is er beperkt doordat ieder gezin zijn eigen groententuin heeft en bijgevolg zelfvoorzienend is. Als eiwitbron of vleesvervanger vindt je wel altijd één van de volgende dingen: witte bonen, kidneybonen of kikkererwten in blik, gedroogde linzen (rode linzen hebben de kortste kooktijd) of gedroogde sojabrokken. In sommige winkels is er ook vegetarische paté als broodsmeersel verkrijgbaar. In Bulgarije is het voedselaanbod in winkels iets ruimer dan in Roemenië, al heeft dat niet meteen betrekking op het vegetarische aandeel. Er zijn ook meer lokale eethuizen waar je o.a. “chopska salad” kan bestellen. Dit is een simpele maar lekkere Bulgaarse salade van tomaat, komkommer en geraspte witte feta-achtige kaas. Als je in Roemenië of Bulgarije bij mensen thuis wordt uitgenodigd verschijnt er altijd wel eten op tafel. Veelal frietjes (een ietswat vettigere versie van de Belgische), salade, aubergine....en vlees. Dan kan het handig zijn om een niet-vegetarier als reisgezel te hebben om het vlees ongemerkt uit je bord te pikken. o Turkije: Het eten op straat of in de eethuizen bevat veelal vlees maar je kan wel iets vragen zonder vlees al is de inspiratie van de kok soms zoek. Het traditionele en bovendien vegetarische gerecht dat in heel Turkije gekend is, is “mercimek corbasi”, een lekkere goed vullende rode linzensoep. Een andere veggie constante in Turkije is "börek", een hartig bladerdeeg gebak gevuld met witte feta-achtige kaas. Deze zware energiebom is ideaal voor de zwaarste turkse hellingen te beklimmen. De witte kaas is ook heerlijk met olijven op vers turks brood. Vegetariër of niet, wij waren verlekkerd op de turkse desserts. Naast de gekende baklava en rijstpap ontdekten we per toeval “supangile” of turkse chocoladepudding en het smaakt naar meer, mmmhhhh. Wij waren echter in Turkije tijdens de ramadan waardoor het aanbod aan lekker eten op straat heel beperkt is dus is het moeilijk om een eerlijk vegetarisch oordeel over Turkije te vellen. o Iran: Iran is allesbehalve een land voor vegetariërs maar gelukkig bood “falafel” redding. Deze gefrituurde kikkererwtenballetjes tussen een broodje zijn in iedere stad te verkrijgen en spotgoedkoop. In geen enkel land wordt je zo vaak bij mensen thuis geïnviteerd als in Iran en altijd staat er vlees op de menu. Veelal bestond dus mijn avondeten uit rijst met rijst en rijst. Gelukkig weten de Iraniers wel hoe ze rijst moeten klaarmaken. De rijst wordt gekookt op een heel laag vuur met op de bodem van de pan aardappels of brood waardoor er een overheerlijke krokante korst ontstaat. Veel groenten verschijnen er meestal niet op tafel (of op de grond, want Iraniers zitten niet aan een tafel om te eten) maar "saag" is wel heel lekker. Het lijkt en smaakt een beetje als spinazie maar het is een mengeling van groene kruiden. Dezelfde kruiden worden ook gebruikt om "koekoe sabzi" te maken, een stevige groene overheerlijke pannenkoek. Eten op straat is er buiten falafel nauwelijks. In de winkels is het voedselaanbod redelijk. o Pakistan: De Pakistaanse keuken vertoont veel gelijkenissen met de Indische keuken. Overal kan je vegetarisch eten krijgen zoals “chenna” (kikkererwten), “dahl” (linzen), “saag” (spinazie-achtig), “sabzi” (letterlijk: groenten, veelal bloemkool met aardappel), “pakora” (gefrituurde groenten in een beignetbeslag), “puri” (gefrituurd brood), “kheer” (rijstpap), “roti, paratha, puri en chappati,” (platte broodsoorten),.... Veel eten op straat wordt gefrituurd of bereidt met zeer veel olie. Maar na Roemenië, Bulgarije, Turkije en Iran was Zuid-Pakistan een vegetarische droom om zoveel kant-en-klaar veggie eten op straat te kunnen krijgen. In het noorden van Pakistan wordt het aanbod schaarser dan in het vlake Zuiden. De tomaten en de appelsienen waren wel uitzonderlijk lekker. Overal in het noorden staan er abrikozenbomen. Ook de gedroogde abrikozen van het voorbije seizoen zijn heerlijk. o India: Voor India lijkt het overbodig om een uitleg te geven over het vegetarische eten omdat het daar supersimpel is om lekker vegetarisch te eten. In sommige streken (vb Tamil Nadu) is de keuze beperkt tot enkele gerechten. Maar eten met je vingers uit bananenbladeren is zalig. o Nepal: Het land is te arm om veel vlees te serveren. De nationale schotel ‘Thali’ of "Dal Bhat" is een bord met rijst en linzen, bonen of kikkererwten aangevuld met allerlei groenten. Heerlijk en voedzaam. In Kathmandu en Pokara kan je nagenoeg alles van het klavertje vier krijgen. o China: Het eten in china viel bij ons bijzonder goed in de smaak(papillen). Het is gevarieerd en de groenten worden steeds vers bereid met veel look en het is niet zo vet als in India of Pakistan. Na maanden van bonen, linzen en kikkererwten was tofu een aangename afwisseling. Communiceren is moeilijk maar ga gewoon de keuken in en wijs aan wat je wilt hebben. In Xinjang moet je zeker “Laghman” proberen (wel uitdrukkelijk vragen zonder vlees = ro mio/gusht ne). Het lijkt op spaghetti maar wordt gemaakt met verse noedels. Nog een tip. Wanneer je niet uitgelegd krijgt dat je geen vlees wilt (laat staan de reden waarom) zeg dan dat je allergisch bent voor vlees. Dat werkt meestal. |